ECLI:NL:HR:2000:AA7104
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Herrmann
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoeker in cassatie tegen de burgemeester van Amsterdam
In deze zaak heeft verzoeker tot cassatie, wonende te [woonplaats], zich gewend tot de Rechtbank te Amsterdam met een verzoekschrift dat op 17 februari 1999 is ingediend. Hij verzocht de korpsbeheerder, de burgemeester van Amsterdam, te gelasten om bepaalde mutaties in de politieregisters te verwijderen of aan te passen. De korpsbeheerder heeft het verzoek bestreden. De Rechtbank heeft op 1 juni 1999 verzoeker in de gelegenheid gesteld zijn verzoek aan te vullen en heeft op 23 november 1999 de korpsbeheerder gelast om een aantal politie-mutaties aan te vullen of te wijzigen. Verzoeker heeft tegen deze beschikking hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat op 6 april 2000 de beschikking van de Rechtbank heeft bekrachtigd. Hierop heeft verzoeker beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld. Het cassatierekest was niet ondertekend en was ingediend door een advocaat bij de Hoge Raad, wat in strijd is met artikel 426a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Hierdoor heeft de Hoge Raad verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep. De uitspraak is gedaan door de raadsheren R. Herrmann, als voorzitter, A.E.M. van der Putt-Lauwers en J.B. Fleers, en is openbaar uitgesproken door raadsheer W.H. Heemskerk op 15 september 2000.