ECLI:NL:HR:2000:AA7072
Hoge Raad
- Cassatie
- F.W.G.M. van Brunschot
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende, X, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 16 juni 1999. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1991. Aan belanghebbende was aanvankelijk een belastbaar inkomen van f 182.088,-- opgelegd, maar dit werd later verhoogd naar f 199.382,-- zonder verhoging. Na bezwaar tegen deze navorderingsaanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarop belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarna belanghebbende in cassatie ging.
In cassatie heeft belanghebbende zijn beroepschrift aangevuld met argumenten over de brutowinstmarges en de behandeling van 'weggevers' in de horeca. De Inspecteur had ter zitting van het Hof erkend dat drankjes werden weggegeven, maar het Hof oordeelde dat de stelling van belanghebbende geen nader bewijs behoefde. De Hoge Raad oordeelt dat de klacht van belanghebbende faalt, omdat de stelling niet leende voor bewijslevering door getuigen. De Hoge Raad concludeert dat de Inspecteur bij het vaststellen van de brutowinstpercentages rekening heeft gehouden met eigen gebruik en weggevers, en dat belanghebbende de juistheid van deze referentiegegevens niet heeft betwist.
De Hoge Raad verwerpt het beroep van belanghebbende en acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is op 13 september 2000 vastgesteld door de raadsheren en in het openbaar uitgesproken.