ECLI:NL:HR:2000:AA7039
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over eigendom van onroerende zaak en verjaring in erfgenamenkwestie
In deze zaak gaat het om een geschil over de eigendom van de terreinen van de Plantage Malpais alias Gato, gelegen op Curaçao. De eisers, bestaande uit meerdere erfgenamen van wijlen [erflater A], hebben in cassatie beroep ingesteld tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Dit vonnis had de eisers in hun vordering niet-ontvankelijk verklaard en de vordering van de verweerders, die ook erfgenamen zijn, bevestigd. De zaak is ontstaan uit een verzoekschrift van de verweerders, waarin zij claimden mede-eigenaar te zijn van de plantage, en de eisers hebben in reconventie hun eigendom geclaimd op basis van verjaring.
Het Gerecht in eerste aanleg heeft de vorderingen van de verweerders niet-ontvankelijk verklaard en de vordering van de eisers als voorwaardelijk beschouwd, wat het Hof heeft bevestigd. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van Chato Properties N.V. in haar cassatieberoep verworpen, omdat zij niet als mede-eiser in de reconventie was opgetreden. De Hoge Raad oordeelt dat de rechtsvoorgangers van de eisers niet in redelijkheid konden menen dat zij de gehele onroerende zaak bezaten, aangezien de plantage was nagelaten aan de gezamenlijke vrijgelaten slaven van de weduwe [..].
De Hoge Raad heeft de beslissing van het Hof bevestigd en de eisers in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld. Dit arrest benadrukt de noodzaak van bezit te goeder trouw voor verkrijging door verjaring van onroerende zaken, en bevestigt dat de eigendom niet kan worden verkregen zonder dat aan deze voorwaarde is voldaan.