ECLI:NL:HR:2000:AA6828
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- F.H. Koster
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen beslissing Kantonrechter over parkeerverbod met zonale werking
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een beslissing van de Kantonrechter te Gorinchem, die op 3 november 1998 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had beroep ingesteld tegen deze beslissing, die betrekking had op een parkeerverbod met zonale werking. De Hoge Raad, onder leiding van vice-president C.J.G. Bleichrodt, heeft op 22 augustus 2000 uitspraak gedaan. De kern van de zaak draait om de vraag of het verkeersbord dat een parkeerverbod met zonale werking aangeeft, aan beide zijden van de weg moet worden geplaatst. De Kantonrechter oordeelde dat het voor de betrokkene duidelijk moest zijn dat het bord aan de rechterkant van de weg gold voor beide zijden van de weg. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de Kantonrechter geen onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd.
De Hoge Raad behandelde verschillende klachten van de betrokkene. De eerste klacht, die stelde dat het bord aan beide zijden van de weg geplaatst moest worden, werd verworpen. De Hoge Raad verduidelijkte dat volgens artikel 66 van het RVV 1990 een verkeersbord met het woord 'zone' geldt voor het aangeduide gebied, en dat dit bord op alle toegangswegen moet worden geplaatst. De tweede klacht, die betrekking had op de plaatsing van het bord volgens model 49a, werd deels gegrond bevonden, maar leidde niet tot cassatie omdat het oordeel van de Kantonrechter over de gelijkstelling van dit bord met bord E1 correct was.
Uiteindelijk concludeerde de Hoge Raad dat de klachten van de betrokkene niet tot cassatie konden leiden en dat er geen redenen waren om de beslissing van de Kantonrechter te vernietigen. De Hoge Raad verwierp het beroep, waarmee de beslissing van de Kantonrechter in stand bleef.