ECLI:NL:HR:2000:AA6827
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- C.J.G. Bleichrodt
- G.G. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- F.H. Koster
- H.A.M. Aaftink
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de rechtsgeldigheid van snelheidsmetingen met lasersnelheidsmeters
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 augustus 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen de beslissing van de Kantonrechter te Amsterdam. De betrokkene had beroep ingesteld tegen een administratieve sanctie die was opgelegd wegens overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen. De Kantonrechter had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarna de betrokkene in cassatie ging. De Advocaat-Generaal Jörg concludeerde tot vernietiging van de bestreden beslissing en tot restitutie van hetgeen door de betrokkene tot zekerheid was gesteld.
De zaak draaide om de vraag of de meting van de snelheid met een lasersnelheidsmeter rechtsgeldig was, gezien het feit dat de betrokkene aanvoerde dat het gebruik van dit meetmiddel op de datum van de overtreding niet officieel was toegestaan. De Hoge Raad oordeelde dat er geen rechtsregel is die vereist dat alleen bij of krachtens de wet uitdrukkelijk voorziene meetmiddelen mogen worden gebruikt voor het vaststellen van snelheidsoverschrijdingen. De enkele omstandigheid dat een meetmiddel is toegepast waarvoor geen wettelijke regeling bestaat, betekent niet dat de rechter het resultaat van de meting niet mag betrekken bij zijn oordeel.
De Hoge Raad benadrukte dat, indien de betrouwbaarheid van de meting wordt betwist, de rechter moet onderzoeken of het meetmiddel voldoet aan de eisen van betrouwbaarheid. In dit geval oordeelde de Hoge Raad dat de Kantonrechter het verweer van de betrokkene terecht had verworpen, omdat de opvatting dat het meetmiddel niet vermeld staat in de bijlage bij de Regeling betekent dat de meting niet mag bijdragen aan het oordeel, onjuist was. De Hoge Raad verwierp het beroep van de betrokkene, omdat er geen gronden waren voor vernietiging van de bestreden beslissing.