ECLI:NL:HR:2000:AA6600
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en uitgestelde arbeidsbeloningen
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, die betrekking heeft op een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1993. De belastingdienst had een aanslag opgelegd naar een belastbaar bedrag van 124.570 gulden, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. X B.V. ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft X B.V. cassatie ingesteld.
De Advocaat-Generaal Van Kalmthout concludeerde tot vernietiging van de uitspraak van het Hof en de Inspecteur, en stelde voor de aanslag te verminderen tot nihil. De Hoge Raad oordeelde dat de passiefpost 'reserve uitgesteld salaris' van de directeur/groot-aandeelhouder A, die in de balans van X B.V. was opgenomen, niet in aftrek kon komen voor de uitgestelde arbeidsbeloningen over de jaren 1989 tot en met 1992, omdat aan de toekenning daarvan geen zakelijke motieven ten grondslag lagen.
De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van X B.V. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt het belang van zakelijke motieven bij de toekenning van arbeidsbeloningen en de toepassing van de foutenleer in fiscale zaken.