ECLI:NL:HR:2000:AA6599
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A.E. de Moor
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Teruggaaf van omzetbelasting door commanditaire vennootschap na afwijzing door Inspecteur
In deze zaak gaat het om een verzoek van een commanditaire vennootschap, waarvan D B.V. de beherend vennoot is, om teruggaaf van omzetbelasting over het tweede kwartaal van 1997. De Inspecteur heeft dit verzoek bij beschikking van 6 februari 1998 afgewezen. Na bezwaar heeft de Inspecteur zijn beslissing gehandhaafd, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verleende de teruggaaf van omzetbelasting tot een bedrag van f 476.911,--. De Staatssecretaris van Financiën heeft hiertegen cassatie ingesteld.
In cassatie is vastgesteld dat de belanghebbende een overeenkomst van verhuur heeft gesloten met een ziekenhuis voor medische apparatuur, die met door het ziekenhuis ingebracht kapitaal is aangeschaft. De huursom was vastgesteld op 10% van de aanschafprijs. De apparatuur werd geïnstalleerd op een door het ziekenhuis aangegeven adres en was door het ziekenhuis uitgezocht. Het ziekenhuis had de garantieaanspraken en was verantwoordelijk voor de goede werking van de apparatuur.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof voldoende heeft getoetst of er sprake is van exploitatie ter verkrijging van duurzame opbrengst. De Hoge Raad bevestigt dat de belanghebbende niet te vereenzelvigen is met het ziekenhuis en dat de verhuur van de apparatuur aan het ziekenhuis als een zelfstandige activiteit moet worden beschouwd. Het beroep in cassatie wordt ongegrond verklaard, en de Staatssecretaris wordt veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende, vastgesteld op f 1.420,--.