ECLI:NL:HR:2000:AA6517
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A.E. de Moor
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag vennootschapsbelasting en waardering pensioenverplichtingen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1992, waarbij een belastbaar bedrag van ¦ 62.068,-- was vastgesteld. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna X B.V. in beroep ging bij het Hof. Het Hof verwierp het beroep, wat leidde tot het cassatieberoep.
De Staatssecretaris heeft het cassatieberoep bestreden, en de Advocaat-Generaal Van Kalmthout heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De belanghebbende heeft schriftelijk op deze conclusie gereageerd. De Hoge Raad heeft de feiten vastgesteld, waarbij onder andere de pensioenverplichtingen van belanghebbende aan de orde kwamen. X B.V. had de pensioenverplichtingen overgenomen van de praktijkvennootschap A B.V. en was vanaf 1 januari 1992 belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting.
De Hoge Raad oordeelde dat de waarde van de pensioenverplichtingen per 1 januari 1992 moest worden gewaardeerd op de waarde in het economische verkeer, waarbij een netto-rekenrente van 4% gehanteerd moest worden. Dit oordeel van het Hof werd als feitelijk en niet onbegrijpelijk beschouwd, waardoor het in cassatie niet met vrucht kon worden bestreden. De Hoge Raad verwerpt het beroep en acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
Dit arrest is op 14 juli 2000 vastgesteld door de vice-president R.J.J. Jansen als voorzitter, en de raadsheren A.E. de Moor, F.W.G.M. van Brunschot, D.G. van Vliet en P. Lourens, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.M. van Hooff, en op die datum in het openbaar uitgesproken.