ECLI:NL:HR:2000:AA6510
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- A.G. Pos
- D.H. Beukenhorst
- L. Monné
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aftrekbare uitgaven voor kinderopvang bij meerdere kinderen
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995, waarbij aan belanghebbende een aanslag is opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 123.919,--. Na bezwaar is deze aanslag door de Inspecteur gehandhaafd, maar het Hof heeft de aanslag verminderd tot f 118.259,--. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld.
Belanghebbende en haar echtgenoot hebben twee kinderen die in 1995 gebruik maakten van kinderopvang. De kosten voor kinderopvang bedroegen f 8.124,-- voor het jongste kind en f 2.274,72 voor het oudste kind. Het Hof oordeelde dat bij het bepalen van het aftrekbare deel van de uitgaven voor kinderopvang, de bedragen voor het eerste kind en elk volgend kind niet bij elkaar opgeteld mogen worden. Dit oordeel werd door de Staatssecretaris bestreden in cassatie.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de regeling voor aftrek van uitgaven voor kinderopvang moet worden uitgelegd in overeenstemming met de bedoeling van de regelgever. De Hoge Raad concludeert dat de drempelbedragen voor tweede en volgende kinderen relevant zijn en dat de bedragen voor de opvang van meerdere kinderen wel degelijk moeten worden opgeteld. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en bevestigt de uitspraak van de Inspecteur.