ECLI:NL:HR:2000:AA6303
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- F.H. Koster
- H.A.M. Aaftink
- A.M.M. Orie
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van een uitspraak in cassatie met betrekking tot verduistering en valsheid in geschrifte
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 juni 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte, geboren in 1951, was eerder veroordeeld voor verduistering en medeplegen van valsheid in geschrifte. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de tenlastelegging onder 1 innerlijk tegenstrijdig was, wat leidde tot de nietigheid van de inleidende dagvaarding in dat opzicht. De zaak betrof een business class-ticket dat de verdachte had ontvangen voor een dienstreis, welke hij niet kon maken vanwege de gezondheidstoestand van zijn echtgenote. Het onder zich houden van het ticket leidde niet automatisch tot de conclusie dat de verdachte zich het ticket had toegeëigend, waardoor de bewezenverklaring onder 1 niet voldeed aan de wettelijke eisen.
De Hoge Raad heeft de bestreden uitspraak vernietigd, maar uitsluitend voor wat betreft de beslissingen met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde en de strafoplegging. De zaak is vervolgens verwezen naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba voor herbehandeling in het bestaande hoger beroep. Voor het overige werd het beroep verworpen. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan door een collegiaal orgaan, bestaande uit de vice-president en vier raadsheren, en is gepubliceerd in de rechtspraak.