ECLI:NL:HR:2000:AA6258
Hoge Raad
- Cassatie
- E. Korthals Altes
- J.L.M. Urlings
- G.J. Zuurmond
- A.G. Pos
- L. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de afwijzing van een verzoek tot indienen van een bezwaarschrift tegen een belastingaanslag
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 10 maart 1999. De zaak betreft een aanslag in de landinrichtingsrente voor het jaar 1992, waarbij belanghebbende een aanslag van f 5.629,42 was opgelegd. Belanghebbende heeft, via de Inspecteur, op 27 december 1993 een verzoek ingediend bij de Voorzitter van de Eerste Meervoudige Belastingkamer van het Hof om alsnog een bezwaarschrift in te dienen tegen de aanslag. Dit verzoek werd op 29 augustus 1997 afgewezen. De Inspecteur verklaarde belanghebbende niet-ontvankelijk in het bezwaar, wat leidde tot het beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
In cassatie werd door belanghebbende aangevoerd dat het Hof een onderzoek had moeten instellen naar de verschoonbaarheid van de overschrijding van de bezwaartermijn. Het middel berustte op de stelling dat het Hof de afwijzing van het verzoek tot indienen van een bezwaarschrift had moeten toetsen op juistheid en rechtmatigheid. De Hoge Raad oordeelde echter dat het Hof terecht had geoordeeld dat artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing was, omdat de aanslag was gedagtekend vóór de invoering van dit artikel. De Hoge Raad verwierp het beroep en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten.
Dit arrest is op 21 juni 2000 vastgesteld door de vice-president E. Korthals Altes als voorzitter, en de raadsheren J.L.M. Urlings, G.J. Zuurmond, A.G. Pos en L. Monné, en is in het openbaar uitgesproken.