ECLI:NL:HR:2000:AA6229
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H.J. Mijnssen
- W.H. Heemskerk
- J.B. Fleers
- O. de Savornin Lohman
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Inzage in dossiers en bescherming van persoonlijke levenssfeer in sociale verzekeringsrecht
In deze zaak verzocht de verzoeker, die een uitkering ontving op basis van sociale verzekeringswetten, om inzage in zijn dossier bij het GAK Nederland B.V. Dit verzoek was ingegeven door de vrees dat een derde informatie had verstrekt over zijn financiële situatie die van invloed kon zijn op zijn uitkering. Het GAK had weliswaar inzage gegeven in het dossier, maar weigerde de correspondentie van de derde partij ter inzage te geven, met als argument de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de informant. De Rechtbank te Leeuwarden wees het verzoek van de verzoeker af, en het Gerechtshof bekrachtigde deze beslissing. De verzoeker ging in cassatie bij de Hoge Raad, die de zaak beoordeelde op basis van de Wet persoonsregistraties (WPR). De Hoge Raad oordeelde dat de weigering van het GAK om de correspondentie te verstrekken gerechtvaardigd was, omdat de informatie niet onder de WPR viel en de belangen van het GAK en de informant zwaarder wogen dan die van de verzoeker. De Hoge Raad verwierp het beroep en veroordeelde de verzoeker in de kosten van het geding.