ECLI:NL:HR:2000:AA6208
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P.J. van Amersfoort
- P. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de waardering van pensioenvoorzieningen in de vennootschapsbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 1996. De Inspecteur had een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar bedrag van f 115.922,--, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. X B.V. ging in beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. Hierop heeft X B.V. cassatie ingesteld.
De Hoge Raad beoordeelt de argumenten van X B.V. en komt tot de conclusie dat de door de Inspecteur gemaakte correctie van de pensioenvoorziening terecht was. De directeur van X B.V. had recht op een 4% vast na-geïndexeerd ouderdomspensioen, en de pensioenverplichtingen werden door de vennootschap in eigen beheer opgebouwd. De Hoge Raad oordeelt dat de waardering van de pensioenvoorziening volgens de koopsommenmethode niet in overeenstemming is met de wetgeving, en dat de dotatie aan de voorziening ouderdomspensioen niet in één keer ten laste van het resultaat kan worden gebracht.
Daarnaast wordt het oordeel van het Hof dat de waardering van de verplichting tot uitkering van het nabestaandenpensioen op basis van het volledige nabestaandenpensioen in strijd is met goed koopmansgebruik, door de Hoge Raad bevestigd. De Hoge Raad verwerpt het beroep van X B.V. en oordeelt dat er geen termen zijn voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is op 14 juni 2000 uitgesproken door de Hoge Raad, met vermelding van de betrokken rechters en de waarnemend griffier.