ECLI:NL:HR:2000:AA5956

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 mei 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
R99/182HR
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • P. Neleman
  • O. de Savornin Lohman
  • A. Hammerstein
  • W.H. Heemskerk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over liquidatiebesluit en herroeping inschrijving handelsregister

In deze zaak heeft [verzoekster] Machines B.V. cassatie ingesteld tegen de beschikking van de Rechtbank te 's-Gravenhage, die op 1 september 1999 de eindbeschikking van de Kantonrechter heeft bekrachtigd. De Kantonrechter had op 7 oktober 1998 de Kamer van Koophandel gelast om bepaalde inschrijvingen in het handelsregister te doorhalen, waaronder de inschrijving van een liquidatiebesluit van 26 mei 1997. Dit liquidatiebesluit was unaniem genomen door de aandeelhouders van [verzoekster] Machines, waarbij mr. A.L.C.M. Oomen als vereffenaar was benoemd. De Kamer van Koophandel had geweigerd om het liquidatiebesluit ongedaan te maken, ondanks een later besluit van de aandeelhouders op 24 november 1997 om de liquidatie ongedaan te maken en de vennootschap te laten herleven. De Hoge Raad heeft in cassatie geoordeeld dat het verweer van [verzoekster] Machines, dat het liquidatiebesluit van 26 mei 1997 een voorwaardelijk besluit was, niet voldoende was onderbouwd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [verzoekster] Machines veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de Kamer van Koophandel zijn begroot op ƒ 525,-- aan verschotten en ƒ 2.500,-- voor salaris.

Uitspraak

26 mei 2000
Eerste Kamer
Rek.nr. R99/182HR
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[VERZOEKSTER] MACHINES B.V.,
gevestigd te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. A.L.C.M. Oomen,
t e g e n
DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR HAAGLANDEN,
gevestigd te 's-Gravenhage,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. G.C. Makkink.
1. Het geding in feitelijke instanties
Met een op 12 februari 1998 ter griffie van het Kantongerecht te 's-Gravenhage ingediend verzoekschrift heeft verweerster in cassatie - verder te noemen: deKamer van Koophandel - zich gewend tot de Kantonrechter aldaar en verzocht de doorhaling van de inschrijvingen van het besluit van 24 november 1997 van de algemene vergadering van aandeelhouders van verzoekster tot cassatie - verder te noemen: [verzoekster] Machines - tot intrekking van het door die vergadering van aandeelhouders genomen liquidatiebesluit d.d. 26 mei 1997 te gelasten.
[Verzoekster] Machines heeft het verzoek gemotiveerd bestreden.
Na een tussenbeschikking van 13 mei 1998 heeft de Kantonrechter bij eindbeschikking van 7 oktober 1998 de Kamer van Koophandel gelast om in het handelsregister door te halen:
A. de inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haaglanden d.d. 17 december 1997 van [verzoekster] Machines B.V. te Monster alsmede iedere inschrijving na 26 mei 1997 waarin niet meer is vermeld "in liquidatie, ontbinding 26-05-1997 door besluit van de algemene vergadering";
B. de (eventuele) inschrijving van het besluit van 24 november 1997 van de algemene aandeelhoudersver-gadering van [verzoekster] Machines B.V. waarbij unaniem werd besloten het liquidatiebesluit van 26 mei 1997 ongedaan te maken en mitsdien de vennootschap in volle omvang te doen herleven.
Voorts heeft de Kantonrechter de Kamer van Koophandel gelast om in het handelsregister de vennootschap [verzoekster] Machines B.V. te Monster niet anders in te schrijven dan met de toevoeging "in liquidatie, ontbinding 26 mei 1997 door besluit van de algemene vergadering".
Tegen de eindbeschikking van de Kantonrechter heeft [verzoekster] Machines hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te 's-Gravenhage.
Bij beschikking van 1 september 1999 heeft de Rechtbank voormelde eindbeschikking van de Kantonrechter bekrachtigd.
De beschikking van de Rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de Rechtbank heeft [verzoekster] Machines beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Kamer van Koophandel heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot verwerping van het beroep.
3. Beoordeling van het middel
3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [Verzoekster] Holding is enig aandeelhouder van [verzoekster] Machines. Directeur van [verzoekster] Machines is [de directeur].
(ii) Volgens de notulen van de op 26 mei 1997 gehouden algemene aandeelhoudersvergadering van [verzoekster] Machines is, na constatering dat het gehele aandelenkapitaal was vertegenwoordigd, unaniem besloten om de vennootschap te liquideren, met benoeming van mr. A.L.C.M. Oomen tot vereffenaar.
(iii) Dit besluit is door [de directeur] ter inschrijving aangeboden aan de Kamer van Koophandel en op 29 mei 1997 ingeschreven in het handelsregister.
(iv) Volgens de notulen van de op 24 november 1997 gehouden algemene aandeelhoudersvergadering van [verzoekster] Machines is, na constatering dat het gehele aandelenkapitaal vertegenwoordigd was, "unaniem besloten het liquidatiebesluit van 26 mei 1997 ongedaan te maken en mitsdien de vennootschap in volle omvang te doen herleven".
(v) Bij brief van 25 november 1997 heeft mr. Oomen onder toezending van de onder (iv) vermelde notulen aan de Kamer van Koophandel verzocht "om de toestand van de ontbinding uit te schrijven".
(vi) De Kamer van Koophandel heeft bij brief van 27 november 1997 meegedeeld dat een gedeponeerd besluit tot ontbinding van een rechtspersoon geacht wordt onherroepelijk te zijn en niet zonder meer kan worden teruggedraaid. Toen vervolgens bij het verzoek werd gepersi-steerd, is de Kamer op 16 of 17 december 1997 overgegaan tot de inschrijving van de herroeping van het ontbindingsbesluit.
3.2 De Kamer van Koophandel heeft vervolgens aan de Kantonrechter verzocht doorhaling te gelasten van de inschrijving van het op 24 november 1997 genomen besluit. De Kantonrechter heeft dit verzoek toegewezen in voege als hiervoor in 1 vermeld. De Rechtbank heeft de beschikking van de Kantonrechter bekrachtigd.
3.3 [Verzoekster] Machines heeft tegen het verzoek van de Kamer van Koophandel tot haar verweer aangevoerd dat het aandeelhoudersbesluit van 26 mei 1997 onjuist is genotuleerd en dat het in werkelijkheid een besluit tot voorwaardelijke liquidatie is geweest, waarmee volgens [verzoekster] Machines wordt bedoeld: een besluit om, indien de onderneming op enig moment niet meer levensvatbaar blijkt te zijn, op dat moment de vennootschap in liquidatie te laten gaan verkeren. Volgens [verzoekster] Machines kan een dergelijk voorwaardelijk liquidatiebesluit worden her-roepen en kan die herroeping wel degelijk worden ingeschreven in het handelsregister.
De Rechtbank heeft dit verweer als onvoldoende (begrijpelijk) gemotiveerd verworpen, nu het onverenigbaar is met de omstandigheid dat - naar ter zitting van de Rechtbank door mr. Oomen is verklaard - de in het besluit benoemde vereffenaar daadwerkelijk vanaf 26 mei 1997 is opgetreden als vereffenaar van de onderneming en zich als zodanig heeft gepresenteerd tegenover de crediteuren van de onderneming, en met het op 24 november 1997 genomen besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders om "het liquidatiebesluit van 26 mei 1997 ongedaan te maken en (..) de vennootschap in volle omvang te doen her-leven". Op grond hiervan heeft de Rechtbank [verzoekster] Machines niet toegelaten tot het door haar aangeboden bewijs dat het besluit van 26 mei 1997 een voorwaardelijk liquidatiebesluit in de door haar bedoelde zin was. Hiertegen keert zich het middel.
Het middel faalt. Nu [verzoekster] Machines geen verklaring heeft gegeven voor de bedoelde onverenigbaarheden, geeft het bestreden oordeel niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is het evenmin onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [verzoekster] Machines in de kosten van het geding in cassa-tie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Kamer van Koophandel begroot op ƒ 525,-- aan verschotten en ƒ 2.500,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren P. Neleman, als voorzitter, O. de Savornin Lohman en A. Hammerstein, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer W.H. Heemskerk op 26 mei 2000.