ECLI:NL:HR:2000:AA5733
Hoge Raad
- Cassatie
- W.E. Haak
- C.J.G. Bleichrodt
- G.J.M. Corstens
- H.A.M. Aaftink
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake auteursrechtinbreuk op videobanden en geluidsdragers
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 9 november 1998 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1959. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk voorhanden hebben van videobanden en geluidsdragers waarin met inbreuk op het auteursrecht werken waren vervat. De advocaat van de verdachte, mr. J.L.E. Marchal, stelde dat het Hof een verweer ten onrechte had verworpen, dat inhield dat de videobanden en compact-discs mogelijk in een land waren vervaardigd waar geen auteursrechtinbreuk plaatsvond. De Advocaat-Generaal Fokkens concludeerde tot vernietiging van de uitspraak van het Hof en tot verwijzing van de zaak naar een ander Hof voor herbehandeling.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof de klacht van de verdachte onvoldoende had gemotiveerd. De Hoge Raad benadrukte dat, indien de vervaardiging van de voorwerpen in een ander land plaatsvond, de vraag of er sprake was van auteursrechtinbreuk beoordeeld moest worden naar het recht van dat land. Dit is in overeenstemming met de Berner Conventie, die stelt dat de bescherming van werken afhankelijk is van het recht van het land waar de verveelvoudiging heeft plaatsgevonden. De Hoge Raad vernietigde de bestreden uitspraak en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem voor herbehandeling.
De uitspraak van de Hoge Raad is van belang voor de interpretatie van de Auteurswet 1912, met name artikel 31a, en de voorwaarden waaronder auteursrechtinbreuk kan worden vastgesteld. De Hoge Raad stelde vast dat de verwerping van het verweer door het Hof berustte op een onjuiste rechtsopvatting, wat leidde tot de vernietiging van de uitspraak en de noodzaak voor herbehandeling van de zaak.