ECLI:NL:HR:2000:AA5548
Hoge Raad
- Cassatie
- Korthals Altes
- Zuurmond
- Pos
- Beukenhorst
- Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en hoofdverblijf
In deze zaak gaat het om een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen die aan de belanghebbende is opgelegd voor het jaar 1996, gebaseerd op een belastbaar inkomen van f 50.559. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd. De belanghebbende is vervolgens in beroep gegaan bij het Gerechtshof, dat de aanslag heeft verminderd tot een belastbaar inkomen van f 49.561. De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen deze uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld.
In cassatie is vastgesteld dat de belanghebbende en zijn echtgenote op 18 maart 1996 een nieuw huis hebben gekocht en dat zij op 14 juni 1996 hun oude woning hebben verkocht. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld dat zich richt tegen het oordeel van het Hof dat gedurende de periode van 18 maart 1996 tot 14 juni 1996 zowel het oude als het nieuwe huis als hoofdverblijf van de belanghebbende moet worden aangemerkt. De Hoge Raad oordeelt dat er slechts sprake kan zijn van een hoofdverblijf in de zin van de wet als de belastingplichtige daadwerkelijk in die woning verblijft.
De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, behoudens de beslissing omtrent het griffierecht, en bevestigt de uitspraak van de Inspecteur. De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is op 19 april 2000 vastgesteld en openbaar uitgesproken door de vice-president Korthals Altes en de raadsheren Zuurmond, Pos, Beukenhorst en Monné, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Fase.