ECLI:NL:HR:2000:AA5541
Hoge Raad
- Cassatie
- Korthals-Altes
- Zuurmond
- Pos
- Beukenhorst
- Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en bewijsvoering door belanghebbende
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 18 september 1998, betreffende de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1992. De belastingdienst had een aanslag opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van f 10.310, met een verrekening van ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen van f 10.193. Na bezwaar tegen deze aanslag, handhaafde de Inspecteur de aanslag, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Gerechtshof te Arnhem. Dit hof vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Leeuwarden voor verdere behandeling.
Het Gerechtshof te Leeuwarden bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop belanghebbende cassatie aantekende. In de cassatieprocedure werd door de Staatssecretaris van Financiën een vertoogschrift ingediend. De Hoge Raad beoordeelde de klachten van belanghebbende, waarbij het hof oordeelde dat belanghebbende niet had aangetoond dat hij mocht menen dat de zaalhouders aan hun verplichtingen tot inhouding voldeden. Dit oordeel berustte op de waardering van bewijsmiddelen door het hof, wat in cassatie niet kan worden getoetst.
Belanghebbende voerde in cassatie ook het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel aan, maar de Hoge Raad oordeelde dat dit een feitelijk onderzoek vereiste, wat in cassatie niet mogelijk is. De overige klachten van belanghebbende werden eveneens verworpen. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en besloot het beroep te verwerpen. Dit arrest is op 19 april 2000 vastgesteld door de vice-president Korthals-Altes als voorzitter en de raadsheren Zuurmond, Pos, Beukenhorst en Monné, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Fase, en op die datum in het openbaar uitgesproken.