ECLI:NL:HR:2000:AA5530
Hoge Raad
- Cassatie
- C.J.G. Bleichrodt
- A.M.M. Orie
- A.J.A. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Overname van tenuitvoerlegging van een Deense rechterlijke beslissing en de redelijke termijn in het strafrecht
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een uitspraak van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Assen, die op 15 december 1998 een verzoek van de Minister van Justitie van het Koninkrijk Denemarken tot overname van de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing heeft behandeld. De betrokkene, geboren in Denemarken in 1949, was veroordeeld tot twintig dagen hechtenisstraf en ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen. Het beroep in cassatie is ingesteld door de betrokkene, vertegenwoordigd door mr. C. Borstlap, advocaat te Zwolle. De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd dat het beroep verworpen moet worden.
De raadsman heeft aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard dient te worden wegens overschrijding van de redelijke termijn, zoals bedoeld in artikel 6 van het EVRM. Het feit zou gepleegd zijn op 2 januari 1993, en de raadsman stelt dat er te veel periodes van inactiviteit zijn geweest in deze niet ingewikkelde zaak. De Politierechter heeft echter geoordeeld dat de 'Deense periode' van anderhalf jaar buiten beschouwing kan worden gelaten en dat het tijdsverloop niet leidt tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.
De Hoge Raad heeft de oordelen van de Politierechter bevestigd en geoordeeld dat deze niet getuigen van een onjuiste rechtsopvatting. De Hoge Raad concludeert dat het verweer van de raadsman niet kan leiden tot cassatie, en dat er geen grond is voor vernietiging van de bestreden uitspraak. Het beroep wordt verworpen, en de beslissing van de Politierechter om de tenuitvoerlegging van de Deense rechterlijke beslissing toe te laten, blijft in stand.