ECLI:NL:HR:2000:AA5259
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Mijnssen
- J. Jansen
- M. van der Putt-Lauwers
- F. Fleers
- H. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de rechtsgeldigheid van een verzekeringsovereenkomst en bewijslevering
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 maart 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen UAP-NIEUWROTTERDAM SCHADE N.V. (thans AXA SCHADE N.V.) en CW LEASE (BELGIUM) N.V. De zaak betreft een geschil over een leaseovereenkomst en de daaruit voortvloeiende schadeclaims. CW Lease had AXA gedagvaard voor de Rechtbank te Rotterdam, waarbij zij een aanzienlijk bedrag eiste wegens schade aan leaseauto's. AXA had de vordering bestreden en een incident tot vrijwaring opgeworpen, dat door de Rechtbank werd afgewezen. Het Gerechtshof te 's-Gravenhage bekrachtigde later dit tussenvonnis, waarna AXA cassatie instelde.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld, waarbij de focus lag op de bewijslevering en de rechtsgeldigheid van de verzekeringsovereenkomst. AXA betwistte de inhoud en de datum van de polis, die door CW Lease als bewijs werd ingeroepen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onvoldoende had gemotiveerd waarom de door AXA ingebrachte producties niet konden afdoen aan de inhoud van de polis. Ook werd vastgesteld dat het aanbod van AXA tot aanvullend bewijs niet voldoende was behandeld door het Hof.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het arrest van het Gerechtshof vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens werd CW Lease veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van AXA waren begroot op een aanzienlijk bedrag.