ECLI:NL:HR:2000:AA5137
Hoge Raad
- Cassatie
- Korthals Altes
- Zuurmond
- Pos
- Beukenhorst
- Monné
- Rechtspraak.nl
Hoge Raad oordeelt over de waardering van landbouwgrond voor vermogensbelasting
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 maart 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de waardering van landbouwgrond voor de vermogensbelasting van het jaar 1996. De belanghebbende, die samen met zijn echtgenote een rundveehouderij drijft, had bezwaar gemaakt tegen de aanslag in de vermogensbelasting die was opgelegd op basis van een geschatte waarde van zijn landbouwgrond. De Inspecteur had de waarde van de grond verhoogd met de bestemmingswijzigingswinst, wat leidde tot een hogere aanslag. De belanghebbende was het niet eens met deze waardering en heeft beroep in cassatie ingesteld na een bevestigende uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de landbouwgrond van de belanghebbende, beoordeeld naar de toestand op 1 januari 1996, niet duurzaam een agrarische functie zal blijven vervullen. Dit oordeel was gebaseerd op de plannen voor stadsuitbreiding die al in de maak waren, waardoor de grond in de toekomst waarschijnlijk een niet-agrarische bestemming zou krijgen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld dat de grond moest worden gewaardeerd op de verkoopwaarde in vrij opleverbare staat, verminderd met de waarde van een gebruiksrecht op andere, gelijkwaardige, grond met een agrarische bestemming.
De Hoge Raad verwierp het beroep van de belanghebbende en oordeelde dat de waardering van de grond door de Inspecteur en het Hof juist was. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig achtte voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest bevestigt de noodzaak om bij de waardering van landbouwgrond niet alleen de huidige bestemming, maar ook de toekomstige mogelijkheden in overweging te nemen.