ECLI:NL:HR:2000:AA5115
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Davids
- J. Bleichrodt
- M. van Erp Taalman Kip-Nieuwenkamp
- H. Koster
- A. Aaftink
- Rechtspraak.nl
Cassatie over niet-ontvankelijkheid van verzet tegen dwangbevel wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen de beslissing van de Kantonrechter te Zaandam, die op 20 oktober 1998 de betrokkene niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn verzet tegen een dwangbevel. Dit dwangbevel was uitgevaardigd door de Officier van Justitie in het arrondissement Leeuwarden op 23 april 1998. De betrokkene had in zijn verzet de in artikel 26a, tweede lid van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) bedoelde zekerheid gesteld. De Kantonrechter had echter geoordeeld dat de betrokkene niet-ontvankelijk was omdat hij het griffierecht niet tijdig had betaald. De Hoge Raad oordeelt dat de Kantonrechter ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat de betrokkene niet in de gelegenheid was gesteld om het verzuim te herstellen. De Hoge Raad stelt vast dat, volgens artikel 26, vierde lid van de WAHV, aan iedere indiener van een verzetschrift die niet tijdig het griffierecht heeft betaald, een nieuwe termijn voor betaling moet worden gegeven. Dit betekent dat de Kantonrechter de betrokkene ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Hoge Raad vernietigt de bestreden beschikking en wijst de zaak terug naar het Kantongerecht te Zaandam voor verdere behandeling. Tevens wordt bepaald dat het door de betrokkene betaalde bedrag aan zekerheid wordt gerestitueerd, behoudens het griffierecht van 160 gulden.