ECLI:NL:HR:2000:AA4943
Hoge Raad
- Cassatie
- M. Mijnssen
- A. Herrmann
- J. Jansen
- A. van der Putt-Lauwers
- F. Fleers
- D. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid bij verkeersongeluk met motorrijtuig en de rol van de verzekeraar
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de eigenaar van een motorrijtuig en diens verzekeraar na een ongeval dat plaatsvond op 1 juli 1991 te Hengelo (Overijssel). Eiser, aangeduid als [verkeersslachtoffer], heeft de eigenaar van het motorrijtuig, De Oude Molen B.V., en haar verzekeraar, OLM, gedagvaard voor de Rechtbank te Almelo. Hij vorderde schadevergoeding voor de gevolgen van het ongeval, waarbij hij ernstig gewond raakte. De Rechtbank heeft in eerste instantie de vordering van [verkeersslachtoffer] toegewezen, maar OLM ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Arnhem. Het Hof heeft de eerdere vonnissen vernietigd en de vorderingen van [verkeersslachtoffer] afgewezen, wat leidde tot cassatie door [verkeersslachtoffer].
De Hoge Raad heeft de arresten van het Gerechtshof vernietigd en de eerdere vonnissen van de Rechtbank bekrachtigd. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof onjuist had geoordeeld over de kwalificatie van [verkeersslachtoffer] als een met het motorrijtuig vervoerde persoon. De Hoge Raad benadrukte dat de bescherming van kwetsbare verkeersdeelnemers voorop staat en dat de kring van personen die als vervoerd worden aangemerkt, beperkt moet worden opgevat. Dit leidde tot de conclusie dat [verkeersslachtoffer] niet als voetganger kon worden aangemerkt, maar dat de aansprakelijkheid van OLM moest worden beoordeeld aan de hand van de regels van onrechtmatige daad.
De Hoge Raad heeft OLM veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep en cassatie, en heeft de zaak zelf afgedaan, waarbij de eerdere vonnissen van de Rechtbank zijn bekrachtigd. Dit arrest is gewezen door de vice-president Mijnssen en andere raadsheren op 25 februari 2000.