ECLI:NL:HR:2000:AA4942
Hoge Raad
- Cassatie
- R. Roelvink
- A. Heemskerk
- F. Fleers
- H. Hammerstein
- M. Kop
- A. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de wijziging van de suppletieregeling bij ziekteverzuim
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 februari 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging De Vervoersbond FNV en Nederland B.V. De FNV had in eerste instantie de Kantonrechter te Venlo ingeschakeld om te vorderen dat Nederland B.V. de interne regeling voor ziekteverzuim, die 100% van het laatstverdiende nettoloon uitbetaalde vanaf de eerste ziektedag, zou naleven. De Kantonrechter verklaarde FNV echter niet-ontvankelijk in haar vorderingen. Hierop heeft FNV hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Roermond, die het vonnis van de Kantonrechter vernietigde maar de vorderingen van FNV alsnog afwees.
FNV heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen het vonnis van de Rechtbank. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank een onjuiste maatstaf had aangelegd bij de beoordeling van de vraag of Nederland B.V. de suppletieregeling eenzijdig mocht wijzigen. De wijziging was ingegeven door de inwerkingtreding van de Wet terugdringing ziekteverzuim, die de verplichtingen van werkgevers en werknemers ten aanzien van ziekteverzuim wijzigde. De Hoge Raad vernietigde het vonnis van de Rechtbank en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling.
De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat het niet redelijk was dat Nederland B.V. de suppletieregeling ongewijzigd in stand moest houden. Dit oordeel was gebaseerd op een onjuiste interpretatie van de redelijkheid en billijkheid zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad heeft de kosten van het geding in cassatie aan Nederland B.V. opgelegd, begroot op ƒ 694,86 aan verschotten en ƒ 3.500,-- voor salaris.