ECLI:NL:HR:2000:AA4795
Hoge Raad
- Cassatie
- H. Haak
- A. Corstens
- J. van Buchem-Spapens
- B. Balkema
- J. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de bewaring van een BMW M5 en verwijzing naar het Gerechtshof te Amsterdam
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 februari 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door mr. A.H.J. Neels, advocaat te Vlissingen. De Hoge Raad oordeelde dat het Gerechtshof ten onrechte de bewaring van een BMW M5 ten behoeve van de rechthebbende had gelast. De Advocaat-Generaal Fokkens had geconcludeerd dat de Hoge Raad de bestreden uitspraak zou vernietigen voor zover deze betrekking had op de bewaring van de auto en dat de zaak zou worden verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling.
De Hoge Raad beoordeelde het eerste middel dat zich richtte tegen de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in zijn vervolging. Het Hof had dit verweer verworpen, en de Hoge Raad oordeelde dat er geen ernstige schending van de goede procesorde had plaatsgevonden. De Hoge Raad bevestigde dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging.
Daarnaast werd het tweede middel beoordeeld, dat betrof de bewezenverklaring van diefstal door middel van braak en valse sleutels. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof bij de bewezenverklaring een vergissing had gemaakt, maar dat dit niet tot cassatie leidde. De Hoge Raad verbeterde de bewezenverklaring en verwierp de klacht.
Uiteindelijk vernietigde de Hoge Raad de bestreden uitspraak voor zover deze de bewaring van de BMW M5 betrof, verwees de zaak naar het Gerechtshof te Amsterdam en verwierp het beroep voor het overige. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige motivering door de lagere rechters bij beslissingen over bewaring van goederen.