ECLI:NL:HR:2000:AA4746
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A. van Brunschot
- M. van Vliet
- J. van Amersfoort
- L. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de fiscale behandeling van gebruiksrechten bij de verkoop van landbouwgrond
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1992. De belanghebbende, die samen met zijn broers een landbouwbedrijf exploiteert, had een aanslag ontvangen die na bezwaar was verminderd. Het Hof had de aanslag verder verlaagd, maar belanghebbende ging in cassatie tegen deze uitspraak. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd met betrekking tot de fiscale behandeling van het voorbehouden gebruiksrecht bij de verkoop van landbouwgrond. De Hoge Raad stelt vast dat de belanghebbende op 24 juli 1991 de economische eigendom van 38.84.80 hectare grond had verkocht aan N.V. Luchthaven Schiphol, maar het gebruiksrecht daarvan had voorbehouden. Het Hof had geoordeeld dat belanghebbende geen nieuw bedrijfsmiddel had verworven, omdat het gebruiksrecht al in de volle eigendom van de gronden besloten lag. De Hoge Raad oordeelt echter dat dit oordeel blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verder onderzoek naar de vraag of belanghebbende voor de verwerving van het gebruiksrecht enige kosten heeft gemaakt. De Staatssecretaris van Financiën wordt veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie.