ECLI:NL:HR:2000:AA4529
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A. van Brunschot
- M. van Vliet
- J. van Amersfoort
- L. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vennootschapsbelasting en de kwalificatie van een onderneming
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de stichting Stichting X te Z tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, die betrekking heeft op een aanslag in de vennootschapsbelasting over het jaar 1991. De belanghebbende ontving een aanslag van ¦ 17.430,--, welke na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde. De belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad beoordeelt of de belanghebbende aan de heffing van vennootschapsbelasting is onderworpen. Het Hof had geoordeeld dat de belanghebbende, door het bevorderen van de praktische opleiding van werknemers in de bouwnijverheid, deelneemt aan het maatschappelijke verkeer en dat zij met een organisatie van kapitaal en arbeid positieve resultaten behaalt. Dit leidde tot de conclusie dat de belanghebbende een onderneming drijft in de zin van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
De Hoge Raad komt echter tot een andere conclusie. De door het Hof vastgestelde feiten en de stukken van het geding wijzen erop dat de activiteiten van de belanghebbende niet kunnen worden gekwalificeerd als het drijven van een onderneming. De activiteiten bestaan voornamelijk uit het ontvangen van gelden van aannemers en het verstrekken van bijdragen aan opleidingsinstellingen, wat niet voldoet aan de criteria voor belastingplichtigheid. Daarom vernietigt de Hoge Raad de uitspraak van het Hof en de aanslag, en oordeelt dat de belanghebbende niet belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting.
De Hoge Raad veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de proceskosten van het geding in cassatie en de Inspecteur in de kosten van het geding voor het Hof. De belanghebbende krijgt een vergoeding voor de griffierechten en de kosten van rechtsbijstand. Dit arrest is op 26 januari 2000 uitgesproken door de vice-president en de raadsheren, en is openbaar gemaakt.