ECLI:NL:HR:2000:AA4329
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- Van Amersfoort
- Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep inzake aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 11 september 1998, waarin een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993 werd bevestigd. De aanslag was oorspronkelijk opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van f 65.562,--. Na bezwaar van belanghebbende had de Inspecteur de aanslag verminderd, maar belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep ongegrond verklaarde en de uitspraak van de Inspecteur bevestigde.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak. De Staatssecretaris van Financiën heeft in een vertoogschrift het cassatieberoep bestreden. De zaak werd toegelicht door mr. A.P. Flinterman, advocaat te Woerden. De Hoge Raad heeft de middelen van cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit werd onderbouwd met verwijzing naar artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit blijkt dat de middelen geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten in overweging genomen en geen termen aanwezig geacht voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand blijft.