ECLI:NL:HR:2000:AA4328

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 januari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
34835
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • Pos
  • Beuken-horst
  • Monné
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 29 september 1998. De zaak betreft een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1995, waarbij aan belanghebbende een belastbaar inkomen van f 34.262,-- was opgelegd. Na bezwaar tegen deze aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld.

De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en zich gericht op de vraag of de ziekenhuisopnames van belanghebbende in 1995 als één opname moesten worden beschouwd volgens artikel 46, lid 3, letter e, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964. Het Hof had deze vraag ontkennend beantwoord, en de Hoge Raad oordeelde dat dit oordeel juist was. Het middel van belanghebbende kon derhalve niet tot cassatie leiden.

Daarnaast heeft de Hoge Raad overwogen dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van belanghebbende verworpen, en dit arrest is op 19 januari 2000 vastgesteld door de raadsheer Pos als voorzitter, samen met de raadsheren Beuken-horst en Monné, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Bolle. Het arrest is op die datum in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Nr. 34835
19 januari 2000
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 29 september 1998 betreffende de hem voor het jaar 1995 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is voor het jaar 1995 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 34.262,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is van de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft die uitspraak bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend.
3. Beoordeling van het middel
Het Hof heeft de vraag of de opnames van belanghebbende in het ziekenhuis in het onderhavige jaar, 1995, als één opname in de zin van artikel 46, lid 3, letter e, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 moeten worden beschouwd, gezien de duur van de onderbrekingen tussen deze opnames terecht ontkennend beantwoord. Het middel kan derhalve niet tot cassatie leiden.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 19 januari 2000 vastgesteld door de raadsheer Pos als voorzitter en de raadsheren Beuken-horst en Monné, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Bolle, en op die datum in het openbaar uitge-sproken.