ECLI:NL:HR:2000:AA4244
Hoge Raad
- Cassatie
- H. Haak
- A. Aaftink
- M. Orie
- J. van Buchem-Spapens
- J. van Dorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba inzake diefstal, vuurwapenbezit en mishandeling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 januari 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De verdachte was eerder veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld, diefstal door middel van braak, overtreding van de Vuurwapenverordening 1930 en mishandeling met een wapen. Het Hof had de veroordeling van de verdachte bevestigd, met uitzondering van de strafoplegging. De Hoge Raad oordeelde dat de bestreden uitspraak van het Hof vernietigd moest worden, maar alleen voor wat betreft de beslissingen over de overtreding van de Vuurwapenverordening en de strafoplegging. De zaak werd terugverwezen naar het Gemeenschappelijk Hof voor herbehandeling.
De Hoge Raad beoordeelde de middelen van cassatie die door de advocaat van de verdachte, mr. G. Spong, waren ingediend. De eerste klacht betrof de motivering van de bewezenverklaring van de feiten 2 en 3, waarbij de Hoge Raad oordeelde dat de bewezenverklaring niet onbegrijpelijk was en geen blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting. De tweede klacht ging over de betekenis van 'met gebruikmaking van wapenen', waarbij de Hoge Raad bevestigde dat het slaan met de kolf van een pistool onder deze definitie valt.
Uiteindelijk verwierp de Hoge Raad het beroep, omdat geen van de ingediende middelen tot cassatie kon leiden. De uitspraak van de Hoge Raad werd gedaan in aanwezigheid van de griffier Bakker, en de beslissing werd unaniem genomen door de rechters.