ECLI:NL:HR:2000:AA4243
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Davids
- J. Koster
- M. van Buchem-Spapens
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te Arnhem inzake diefstal en vernieling
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 januari 2000 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem, dat op 25 juni 1993 was gewezen. De verdachte, geboren in 1954 en destijds gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'Lelystad', was eerder veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het beroep in cassatie was ingesteld door de verdachte zelf, maar er werden geen middelen van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Fokkens concludeerde dat de opgelegde gevangenisstraf en de motivering daarvan dienden te worden vernietigd, maar dat het beroep voor het overige verworpen moest worden.
Het Gerechtshof had de verdachte in hoger beroep veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen, opzettelijk en wederrechtelijk vernielen van andermans goed, en medeplichtigheid aan diefstal, met een straf van vier weken gevangenisstraf. De Hoge Raad oordeelde dat er geen gronden waren voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak. Hierdoor werd het beroep verworpen, en bleef de veroordeling van de verdachte in stand. Dit arrest is uitgesproken door vice-president A. Davids, samen met de raadsheren J. Koster en M. van Buchem-Spapens, in aanwezigheid van de waarnemend-griffier Mos.