ECLI:NL:HR:2000:AA4050
Hoge Raad
- Cassatie
- H. Haak
- A. Corstens
- M. Orie
- Rechtspraak.nl
Uitlevering van een hooggeplaatste ambtenaar van IFAD aan Italië
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 januari 2000 uitspraak gedaan over het verzoek tot uitlevering van een opgeëiste persoon aan Italië. De opgeëiste persoon, geboren in Iran en thans verblijvende in de Penitentiaire Inrichting te Haarlem, werd beschuldigd van het misbruik van zijn functie als hooggeplaatste ambtenaar bij het International Fund for Agricultural Development (IFAD). Het verzoek tot uitlevering was gedaan door de Italiaanse autoriteiten op basis van een diplomatieke nota van 5 maart 1999. De feiten waar de uitlevering op gebaseerd was, betroffen bedreiging en afpersing van consultants, waarbij de opgeëiste persoon hen dwong om hem aanzienlijke sommen geld te geven, onder dreiging van het verbreken van hun werkrelatie met IFAD.
De Hoge Raad verwijst naar een eerder arrest van 19 oktober 1999, waarin de uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Haarlem van 15 april 1999 werd vernietigd. De verdediging voerde aan dat de eis van dubbele strafbaarheid niet was vervuld, zowel naar Italiaans als naar Nederlands recht. De verdediging stelde dat de opgeëiste persoon geen ambtenaar was in de zin van het Italiaanse Wetboek van Strafrecht en dat de feiten niet onder de Nederlandse strafwetgeving vielen.
De Hoge Raad oordeelde echter dat de feiten waarvoor uitlevering werd verzocht, ook naar Nederlands recht strafbaar waren. De Hoge Raad concludeerde dat de opgeëiste persoon misbruik had gemaakt van zijn functie en dat de feiten voldeden aan de eisen van dubbele strafbaarheid. De Hoge Raad verklaarde de uitlevering toelaatbaar, waarbij werd opgemerkt dat de Italiaanse autoriteiten voldoende bewijs hadden overgelegd ter ondersteuning van hun verzoek.
De uitspraak werd gedaan door vice-president H. Haak, samen met de raadsheren A. Corstens en M. Orie, en werd in aanwezigheid van griffier Bakker uitgesproken. De zaak benadrukt de samenwerking tussen Nederland en Italië in het kader van uitlevering en de toepassing van het beginsel van dubbele strafbaarheid in internationale rechtshulp.