ECLI:NL:HR:1999:AA5050
Hoge Raad
- Cassatie
- A. van Brunschot
- J. van Vliet
- M. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en vergoeding griffierecht
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting die aan belanghebbende is opgelegd voor het motorrijtuig met kenteken AA-AA-00. De aanslag betreft de periode van 1 april 1995 tot en met 12 januari 1996 en bedraagt ƒ 627,-- aan enkelvoudige belasting, met een verhoging van honderd procent. De Inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag geen kwijtschelding verleend. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag en de verhoging gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld en enkele klachten aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft het cassatieberoep bestreden. Na het verstrijken van de cassatietermijn diende belanghebbende nog een geschrift in, maar dit werd niet in behandeling genomen omdat de wet dit niet toestaat.
In cassatie herhaalt belanghebbende zijn stelling dat de naheffingsaanslag niet in stand kan blijven, omdat het motorrijtuig zich ten tijde van de controle niet op de openbare weg bevond, maar op een auto-ambulance. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur een ambtsedige verklaring had overgelegd die het vermoeden oplevert dat het motorrijtuig op de controledatum de weg heeft gebruikt. Het Hof concludeerde dat belanghebbende dit vermoeden niet heeft ontzenuwd, en dat de klachten derhalve falen.
Daarnaast heeft het Hof abusievelijk in zijn uitspraak bepaald dat de Inspecteur het griffierecht aan belanghebbende moest vergoeden. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof zijn mondelinge uitspraak op dit punt niet had mogen heroverwegen. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof, maar alleen voor zover deze betrekking heeft op de vergoeding van het griffierecht. De Staatssecretaris van Financiën wordt gelast het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden, in totaal ƒ 395,--.