ECLI:NL:HR:1999:AA4794
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- A. Beukenhorst
- M. Monné
- H. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen navorderingsaanslag inkomstenbelasting en uitspraak Inspecteur
In deze zaak gaat het om een navorderingsaanslag inkomstenbelasting die aan de belanghebbende is opgelegd over het jaar 1992. De aanslag omvatte een verhoging van f 18.000,--. Na bezwaar tegen deze verhoging, is deze door de Inspecteur verminderd tot f 9.000,--. De belanghebbende heeft vervolgens beroep aangetekend bij het Gerechtshof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd. Hierop heeft de belanghebbende cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof, waarbij twee middelen zijn voorgesteld. De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend in deze procedure.
De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook overwogen dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de belanghebbende verworpen. Dit arrest is op 27 juli 1999 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, samen met de raadsheren Zuurmond, Beukenhorst, Monné en Kop, en is in het openbaar uitgesproken.