ECLI:NL:HR:1999:AA4336
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- A. Pos
- A. Beukenhorst
- J. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aftrekbaarheid van verzekeringspremie in relatie tot autokostenforfait
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage van 10 november 1998, betreffende de aan hem opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993. De Inspecteur had een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 73.962,--, welke aanslag na bezwaar door de Inspecteur werd gehandhaafd. Het Hof bevestigde deze uitspraak, waarop belanghebbende in cassatie ging.
Belanghebbende had in zijn aangiftebiljet een bedrag van f 1.695,-- als vergoeding voor privé-gebruik van een auto, die hem door zijn werkgever ter beschikking was gesteld, in mindering gebracht op het autokostenforfait. De Inspecteur had dit bedrag echter niet in aanmerking genomen, wat leidde tot de uitspraak van het Hof. In cassatie herhaalde belanghebbende zijn betoog dat de verzekeringspremie die hij aan de verzekeraar had betaald, in mindering mocht worden gebracht op het autokostenforfait.
De Hoge Raad oordeelde dat de werknemer een vergoeding voor privé-gebruik had voldaan door de schuld van de werkgever aan de verzekeraar te voldoen. Dit betekent dat de verzekeringspremie als een vergoeding kan worden beschouwd die in mindering mag worden gebracht op het autokostenforfait. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en de Inspecteur, en verlaagde de aanslag tot een belastbaar inkomen van f 72.267,--. Tevens werden de kosten van het geding in cassatie en voor het Hof aan belanghebbende vergoed.