ECLI:NL:HR:1999:AA3879
Hoge Raad
- Cassatie
- M. Mijnssen
- A. Neleman
- C. Herrmann
- M. van der Putt-Lauwers
- J. Fleers
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en aansprakelijkheid van de Gemeente Castricum in verband met vergunningaanvraag
In deze zaak gaat het om een geschil tussen de Gemeente Castricum en [verweerder] over de aansprakelijkheid van de Gemeente voor schade die [verweerder] heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig handelen van de Gemeente. [Verweerder] was eigenaar van een perceel grond in Castricum en had in 1992 een aanvraag ingediend voor een aanlegvergunning. De Gemeente heeft echter de beslissing op deze aanvraag aangehouden, wat leidde tot een rechtszaak. [Verweerder] vorderde schadevergoeding van de Gemeente, omdat hij meende dat de aanhouding van de vergunningaanvraag onrechtmatig was en hem schade had berokkend.
De Rechtbank te Haarlem oordeelde dat de Gemeente onrechtmatig had gehandeld en aansprakelijk was voor de schade die [verweerder] had geleden. De Gemeente ging in hoger beroep, maar het Gerechtshof te Amsterdam verwees de zaak terug naar de rol om [verweerder] in de gelegenheid te stellen zijn stellingen te verduidelijken. De Gemeente stelde cassatie in tegen het tussenarrest van het Hof.
De Hoge Raad oordeelde dat de Gemeente aansprakelijk was voor de schade die [verweerder] had geleden door de aanhouding van de vergunningaanvraag. De Hoge Raad bevestigde dat het primaire besluit van de Gemeente tot aanhouding van de vergunningaanvraag in strijd was met de wet en derhalve onrechtmatig was. De Hoge Raad verwierp het beroep van de Gemeente en veroordeelde haar in de kosten van het geding in cassatie, waarbij de kosten aan de zijde van [verweerder] werden begroot op ƒ 1.827,20 aan verschotten en ƒ 3.000,-- voor salaris.