ECLI:NL:HR:1999:AA3857
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Korthals Altes
- M. Zuurmond
- A. Pos
- C. Beukenhorst
- Rechtspraak.nl
Cassatie over heffingsrente bij navorderingsaanslag inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 28 januari 1998, die betrekking heeft op een beschikking inzake heffingsrente. De zaak is ontstaan na het opleggen van een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over het jaar 1991, waarbij aan belanghebbende op 31 december 1996 een bedrag van f 12.706,-- aan heffingsrente in rekening werd gebracht. Het bezwaar dat belanghebbende tegen deze heffingsrente indiende, werd door de Inspecteur afgewezen, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, wat leidde tot het cassatieberoep.
In cassatie werd vastgesteld dat de Inspecteur op 19 december 1996 had aangekondigd dat hij heffingsrente in rekening zou brengen, en dat het navorderingsaanslagbiljet van 31 december 1996 als een beschikking moet worden beschouwd waarbij heffingsrente in rekening is gebracht. Het Hof oordeelde dat de vraag naar het bestaan van een 'nieuw feit' niet relevant was, en dat belanghebbende niet kon vertrouwen op het aanvankelijk niet in rekening brengen van heffingsrente. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof en stelde dat de Inspecteur vrij was om heffingsrente in rekening te brengen, zolang dit binnen de geldende termijn voor het vaststellen van de aanslag gebeurde.
De Hoge Raad oordeelde verder dat het middel niet tot cassatie kon leiden en dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing van de Hoge Raad was dat het beroep werd verworpen. Dit arrest is op 15 december 1999 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Korthals Altes, Zuurmond, Pos en Beukenhorst, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Fase, en op die datum in het openbaar uitgesproken.