ECLI:NL:HR:1999:AA3854
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- P. Pos
- A. Beukenhorst
- M. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en aftrekbaarheid van kosten kantoorruimte in woning
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die op 21 oktober 1998 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993 heeft bevestigd. Aan belanghebbende was aanvankelijk een aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 653.446,--, waarna een navorderingsaanslag volgde van f 673.446,--. Na bezwaar tegen de navorderingsaanslag handhaafde de Inspecteur deze, wat leidde tot beroep bij het Hof. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop belanghebbende cassatie heeft ingesteld.
De Hoge Raad behandelt de vraag of kosten die verband houden met een kantoorruimte in de woning van een werknemer aftrekbaar zijn. De Hoge Raad oordeelt dat indien een kantoorruimte één geheel vormt met de woning, de kosten niet aftrekbaar zijn als niet voldaan is aan de voorwaarden van de Wet op de loonbelasting 1964. Dit geldt ook als de kantoorruimte uitsluitend voor zakelijke doeleinden wordt gebruikt. De Hoge Raad stelt vast dat als niet aan de voorwaarden voor aftrek wordt voldaan, deze kosten als privé-kosten worden behandeld, zelfs als ze zakelijk zijn. Een vergoeding voor dergelijke kosten wordt als belaste vergoeding aangemerkt.
De Hoge Raad concludeert dat er geen onderscheid gemaakt hoeft te worden tussen vergoedingen in geld en andere vormen van verstrekkingen ter bestrijding van kosten. De verstrekking van een kantoorruimte in de woning van de werknemer moet worden aangemerkt als loon, ongeacht of het gaat om een vergoeding in geld of in natura. Het beroep van belanghebbende wordt verworpen, en de Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.