ECLI:NL:HR:1999:AA3823
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Mijnssen
- J. Neleman
- H. Herrmann
- A. Jansen
- C. de Savornin Lohman
- W. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Beëindiging alimentatieverplichting na scheiding en de toepassing van de Wet limitering na scheiding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 december 1999 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de beëindiging van de alimentatieverplichting na scheiding. De man, verweerder in cassatie, had verzocht om de alimentatieverplichting jegens de vrouw, verzoekster tot cassatie, te beëindigen met ingang van 4 mei 1998. De Rechtbank te Arnhem had eerder de alimentatieverplichting vastgesteld op ƒ 2.500,-- per maand, welke verplichting door de man werd betwist. De vrouw had in hoger beroep bij het Gerechtshof te Arnhem verzocht om de alimentatieverplichting voort te laten duren tot 10 augustus 2007, met de mogelijkheid van verlenging. Het Hof heeft het verzoek van de man afgewezen en de alimentatieverplichting voor een periode van vier jaar vastgesteld, met een gefaseerde verlaging van het bedrag. De vrouw heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beslissing.
De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof op juiste wijze de belangen van beide partijen heeft afgewogen. De Hoge Raad oordeelde dat de psychische druk waaronder de man verkeerde, als gevolg van beschuldigingen van seksueel misbruik, meegewogen diende te worden in de beslissing over de alimentatieverplichting. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het Hof niet in strijd heeft gehandeld met de wet door de alimentatieverplichting geleidelijk te verminderen, en dat de rechter deze bevoegdheid behoudt onder de nieuwe wetgeving. De Hoge Raad heeft het principaal beroep van de vrouw verworpen, en het incidenteel beroep van de man, dat afhankelijk was van de uitkomst van het principaal beroep, behoeft geen verdere behandeling.
Deze uitspraak is van belang voor de toepassing van de Wet limitering na scheiding en de mogelijkheden voor rechters om alimentatieverplichtingen aan te passen op basis van redelijkheid en billijkheid.