ECLI:NL:HR:1999:AA3812
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- P. Pos
- A. Beukenhorst
- M. Monné
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag in het recht van successie en uitleg testament
Op 8 december 1999 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een cassatiezaak betreffende de navorderingsaanslag in het recht van successie, opgelegd aan de erven van X. Deze navorderingsaanslag was gerelateerd aan de verkrijging van een bedrag van f 2.585.516,-- uit de nalatenschap van A, die op 23 december 1976 was overleden. De Inspecteur had de aanslag gehandhaafd na bezwaar van de belanghebbenden, waarna zij in beroep gingen bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Inspecteur, waarop de belanghebbenden cassatie instelden.
In de beoordeling van de middelen heeft de Hoge Raad vastgesteld dat het Hof de bepalingen uit het testament van A correct had uitgelegd. Het Hof concludeerde dat X en zijn echtgenote bij het overlijden van A elk het vruchtgebruik van de onverdeelde helft van het aan hun kinderen gelegateerde vermogen hadden verkregen, onder de opschortende voorwaarde van overleving van de echtgenoot. De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof geen blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting en dat het feitelijke oordeel niet onbegrijpelijk was.
Daarnaast werd het tweede middel, dat betwistte dat de Inspecteur het in rechte te beschermen vertrouwen had gewekt dat er geen recht van successie meer geheven zou worden, eveneens verworpen. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ook hierin correct had geoordeeld. De Hoge Raad achtte geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten en verwierp het beroep. Het arrest werd vastgesteld door vice-president Stoffer en de raadsheren Zuurmond, Pos, Beukenhorst en Monné, en op die datum in het openbaar uitgesproken. Tevens werd bepaald dat het ten onrechte niet verrekende recht dat is betaald voor de vervanging van de mondelinge uitspraak van het Hof, aan de belanghebbende zou worden teruggegeven.