ECLI:NL:HR:1999:AA3400
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Davids
- J. Bleichrodt
- W. Corstens
- A. van Buchem-Spapens
- B. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen veroordeling voor diefstal met geweld en vrijheidsberoving
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, waarin de verdachte is veroordeeld voor meerdere strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld en vrijheidsberoving. De veroordeling volgde op een eerdere uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam. Het Hof heeft de verdachte bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De verdachte heeft cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. R.J. Baumgardt.
De Hoge Raad beoordeelt in deze uitspraak de middelen van cassatie die door de verdediging zijn ingediend. Het eerste middel betreft de bewijsvoering, waarbij wordt betoogd dat het Hof onterecht gebruik heeft gemaakt van getuigenverklaringen die in eerste aanleg zijn afgelegd, terwijl deze verklaringen betwist waren. De Hoge Raad oordeelt dat het middel faalt, omdat de procedure in hoger beroep op tegenspraak is en de relevante artikelen van het Wetboek van Strafvordering niet van toepassing zijn.
Het tweede middel betreft de motivering van de bewezenverklaring. De verdediging stelt dat het Hof onvoldoende redenen heeft gegeven voor de bewezenverklaring en dat het onderzoek ter terechtzitting nietig is. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen niet tot cassatie kunnen leiden en dat er geen grond is voor ambtshalve vernietiging van de bestreden uitspraak. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de veroordeling van het Hof.