ECLI:NL:HR:1999:AA3391
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J.J. Jansen
- A. van Brunschot
- W. Hammerstein
- P. van Amersfoort
- L. Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de aanmerkingen van ondernemingsvermogen bij de verkoop van sauna-inventaris
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, die betrekking heeft op een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. De zaak betreft de aanmerkingen van ondernemingsvermogen van twee panden, waarin sauna's werden geëxploiteerd. Pand D werd in 1973 als ondernemingsvermogen aangemerkt, terwijl pand C gedeeltelijk als ondernemingsvermogen en gedeeltelijk als privé-vermogen werd aangemerkt. Na de verkoop van de inventaris en goodwill van de sauna in pand D in 1987, bleef belanghebbende dit pand als ondernemingsvermogen beschouwen. Het Hof oordeelde dat er sprake was van één onderneming en dat belanghebbende vrijstond om pand D tot zijn ondernemingsvermogen te rekenen, ondanks de verkoop van de sauna-inventaris. Het middel van cassatie richtte zich tegen dit oordeel, maar de Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht had geoordeeld. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt de uitspraak van het Hof, waarbij de aanslag in de inkomstenbelasting werd verminderd. De zaak benadrukt de juridische nuances rondom de aanmerkingen van ondernemingsvermogen en de gevolgen van verkooptransacties voor belastingdoeleinden.