ECLI:NL:HR:1999:AA3377
Hoge Raad
- Cassatie
- M. Mijnssen
- A. Heemskerk
- H. Herrmann
- A. van der Putt-Lauwers
- F. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatie over schadevergoeding en belastingvoordeel in arbeidsconflict met FNV
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 november 1999 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen [eiser] en de FNV. [Eiser] had FNV gedagvaard voor de Rechtbank te Utrecht, waarbij hij een schadevergoeding van ƒ 26.688,37 eiste, vermeerderd met rente, als gevolg van wanprestatie door FNV in de rechtsbijstand die hij had ingeroepen na zijn ontslag op staande voet. De Rechtbank kende [eiser] een bedrag van ƒ 24.241,33 toe, maar FNV ging in hoger beroep. Het Gerechtshof te Amsterdam oordeelde dat de schadevergoeding die [eiser] van FNV ontving, niet als negatieve kostenpost opgegeven hoefde te worden voor de inkomstenbelasting, wat leidde tot een vermindering van de schadevergoeding tot ƒ 7.633,43.
In cassatie werd de rechtsklacht van [eiser] gegrond verklaard. De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte had geoordeeld dat de schadevergoeding geen verband hield met het belastbaar inkomen van [eiser]. De Hoge Raad benadrukte dat de gemaakte kosten van rechtsbijstand, die door FNV vergoed moesten worden, wel degelijk als negatieve kostenpost konden worden aangemerkt, mits er een zakelijk verband bestond tussen de kosten en de vergoeding. Dit leidde tot de conclusie dat het bestreden arrest van het Hof niet in stand kon blijven.
De Hoge Raad vernietigde het arrest van het Gerechtshof en verwees de zaak terug voor verdere behandeling, zodat [eiser] de gelegenheid kreeg om zijn vordering tot vergoeding van de kosten van rechtsbijstand nader toe te lichten. Tevens werd FNV veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [eiser] werden begroot op ƒ 794,86 aan verschotten en ƒ 3.500,- voor salaris.