ECLI:NL:HR:1999:AA3370
Hoge Raad
- Cassatie
- M. Mijnssen
- A. Neleman
- J. Heemskerk
- F. Fleers
- K. Kop
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en cessie van vorderingen in belastingzaken
In deze zaak heeft eiseres, BOUW B.V., de Staat der Nederlanden aangeklaagd voor schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen met betrekking tot de vennootschapsbelasting van de besloten vennootschap Sport en Spel Aalsmeer B.V. Eiseres vorderde compensatoire rente over een bedrag van ƒ 1.037.413,93, dat zij zou hebben geleden door vertraging in de afhandeling van de belastingaangiften van Sport en Spel. De Rechtbank te 's-Gravenhage wees de vordering af, en het Gerechtshof bekrachtigde dit vonnis. Eiseres stelde dat de Staat onrechtmatig had gehandeld, maar het Hof oordeelde dat de vorderingen tot schadevergoeding toekwamen aan Sport en Spel en niet aan eiseres, die slechts cessionaris was van de vorderingen.
De Hoge Raad behandelde de cassatie en oordeelde dat de cessie van de vorderingen op de Ontvanger der directe belastingen niet ook de gehele rechtspositie van Sport en Spel tegenover de Staat overbracht op eiseres. De Hoge Raad bevestigde dat eiseres niet als derde-belanghebbende kon worden beschouwd in de belastingrechtelijke zin en dat de onrechtmatige daad van de Staat jegens Sport en Spel niet automatisch leidde tot onrechtmatig handelen jegens eiseres. De Hoge Raad verwierp het beroep van eiseres en veroordeelde haar in de kosten van het geding in cassatie.