ECLI:NL:HR:1999:AA3364
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Mijnssen
- J. Neleman
- M. Heemskerk
- A. Jansen
- C. de Savornin Lohman
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de beschikking van de Arrondissementsrechtbank inzake het salaris van de curator in faillissement
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 november 1999 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de voormalige curator in het faillissement van een onderneming. De curator had verzocht om vaststelling van zijn salaris over de periode vanaf 15 januari 1997, na zijn ontslag door de Rechtbank. De Rechtbank te 's-Gravenhage had op 4 februari 1999 het salaris vastgesteld op ƒ 2.371,44 en de gemaakte kosten op ƒ 131,75, inclusief BTW. De curator was het niet eens met deze beschikking en stelde beroep in cassatie in.
De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank onvoldoende had gemotiveerd waarom slechts een deel van de door de curator opgegeven uren voor vergoeding in aanmerking kwam. De Rechtbank had de curator niet in de gelegenheid gesteld om zijn standpunt mondeling toe te lichten, wat in strijd was met de beginselen van behoorlijk bestuur. De Hoge Raad concludeerde dat de curator wel degelijk gehoord had moeten worden, aangezien zijn belangen direct betrokken waren bij de vaststelling van het salaris. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de Rechtbank en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling.
Deze uitspraak benadrukt het belang van een goede motivering en het horen van betrokken partijen in procedures die hun belangen raken, vooral in faillissementszaken waar de curator een cruciale rol speelt. De uitspraak is relevant voor de toepassing van de Faillissementswet en de rechten van curatoren in dergelijke procedures.