ECLI:NL:HR:1999:AA2910
Hoge Raad
- Cassatie
- H.J. de Klerk
- A. van der Meer
- M. de Vries
- Rechtspraak.nl
Cassatie over naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting en de verkrijging van aandelen
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X BV tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting die aan belanghebbende is opgelegd naar aanleiding van de verkrijging van aandelen in de besloten vennootschap A BV. De naheffingsaanslag bedraagt f 510.000,-- aan enkelvoudige belasting, met een verhoging van 100 procent, waarvan 75 procent door de Inspecteur is kwijtgescholden. Na bezwaar heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft de aanslag vernietigd en verminderd tot f 510.000,-- zonder verhoging.
Belanghebbende heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Hof. De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend. De zaak is toegelicht door mr. Emmerig, advocaat te ’s-Hertogenbosch. In de beoordeling van het middel wordt ingegaan op de motiveringsklachten van belanghebbende. Het Hof oordeelt dat uit de bewijsstukken blijkt dat belanghebbende en de aandeelhouders van de BV al vóór de transacties van juni 1991 overeenstemming hadden bereikt over de verwerving van de aandelen. Dit oordeel berust op waarderingen van feitelijke aard die aan het Hof voorbehouden zijn.
Daarnaast richt het middel zich tegen het oordeel van het Hof dat de economische transacties van juni 1991, die betrekking hebben op de vestiging van het economisch recht van vruchtgebruik en de vervreemding van de economische eigendom van onroerende zaken, slechts kunnen worden verklaard uit een streven om de heffing van overdrachtsbelasting te verijdelen. Het Hof heeft hierbij de relevante bewijsstukken in overweging genomen en komt tot de conclusie dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.