ECLI:NL:HR:1999:AA2905

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 september 1999
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
34709
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Stoffer
  • J. Zuurmond
  • P. Pos
  • M. Monné
  • A. Kop
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen naheffingsaanslag overdrachtsbelasting door X B.V.

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 11 augustus 1998. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting die aan X B.V. is opgelegd ter hoogte van f 27.600,--, zonder verhoging. Deze naheffingsaanslag was het gevolg van de verkrijging van de economische eigendom van een onroerende zaak. Na het indienen van bezwaar tegen de aanslag, heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarna X B.V. in beroep ging bij het Hof. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur bevestigd, wat leidde tot het cassatieberoep van X B.V.

In het cassatiegeding heeft de Staatssecretaris van Financiën een vertoogschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten van X B.V. beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof op goede gronden een juiste beslissing heeft gegeven. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten falen en dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van X B.V. verworpen. Dit arrest is op 29 september 1999 vastgesteld door de vice-president A. Stoffer als voorzitter, en de raadsheren J. Zuurmond, P. Pos, M. Monné en A. Kop, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Fehmers, en op die datum in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid X B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te ’'s-Hertogenbosch van 11 augustus 1998 betreffende na te melden aan haar opgelegde naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting.
1. Naheffingsaanslag, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende is terzake van de verkrijging van de economische eigendom van een onroerende zaak een naheffingsaanslag in de overdrachtsbelasting opgelegd ten bedrage van f 27.600,--, zonder verhoging, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is van de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft die uitspraak bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend.
3. Beoordeling van de klachten
Het Hof heeft op goede gronden een juiste beslissing gegeven. De klachten falen derhalve.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 29 september 1999 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Zuurmond, Pos, Monné en Kop, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Fehmers, en op die datum in het openbaar uitgesproken.