ECLI:NL:HR:1999:AA2889
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Pos
- W. Beukenhorst
- A. Monné
- M. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof over legesheffing gemeente ’s-Gravenhage
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te ’s-Gravenhage van 9 juli 1998, waarin de legesheffing door de gemeente ’s-Gravenhage werd bevestigd. De leges, die oorspronkelijk waren vastgesteld op f 5.217,-- voor de behandeling van een vergunningaanvraag op basis van de Wet milieubeheer, werden na bezwaar verlaagd tot f 4.157,-- door de Directeur der Gemeentebelastingen. X ging in beroep tegen deze beslissing bij het Hof, dat de uitspraak van de Directeur bevestigde.
Na de uitspraak van het Hof heeft X beroep in cassatie ingesteld, waarbij hij verschillende klachten naar voren heeft gebracht. De burgemeester en wethouders van de gemeente ’s-Gravenhage dienden een vertoogschrift in. De Hoge Raad vroeg om aanvullende informatie van de Gemeentesecretaris over de inwerkingtreding van een relevante verordening, waarop een antwoord volgde.
De Hoge Raad beoordeelde de klachten van X en concludeerde dat deze niet tot cassatie konden leiden. De Hoge Raad oordeelde dat er geen noodzaak was voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leidden tot belangrijke rechtsvragen die relevant zijn voor de rechtseenheid of rechtsontwikkeling. Tevens werd er geen veroordeling in proceskosten uitgesproken, omdat de Hoge Raad geen termen aanwezig achtte voor een dergelijke veroordeling.
Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep van X. Dit arrest is op 22 september 1999 vastgesteld door vice-president A. Stoffer en de raadsheren J. Pos, W. Beukenhorst, A. Monné en M. Kop, in tegenwoordigheid van waarnemend griffier Bolle, en op die datum in het openbaar uitgesproken.