ECLI:NL:HR:1999:AA2863
Hoge Raad
- Cassatie
- De Moor
- Van Vliet
- Lourens
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van A N.V. tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de naamloze vennootschap A N.V. tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, gedateerd 3 september 1998, betreffende een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd op 25 februari 1992, betrof het tijdvak van 1 januari 1989 tot en met 31 december 1989 en bedroeg ƒ 436.155,--. A N.V. heeft op 10 april 1996 bezwaar aangetekend tegen deze aanslag, maar de Inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn.
A N.V. ging in beroep tegen deze uitspraak bij het Gerechtshof, dat de belanghebbende niet-ontvankelijk verklaarde voor zover het een verzoek om revisie of herziening betrof. Het Hof verklaarde het beroep voor het overige ongegrond. Hierop heeft A N.V. cassatie ingesteld en verschillende klachten ingediend. De Staatssecretaris van Financiën diende op 16 juli 1999 een vertoogschrift in, maar dit werd te laat ingediend, waardoor het niet in behandeling werd genomen.
De Hoge Raad heeft de klachten van A N.V. beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Volgens artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie was er geen noodzaak voor nadere motivering, aangezien de klachten niet leidden tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft ook geen termen gezien voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van A N.V. verworpen, en dit arrest is op 22 september 1999 vastgesteld door de raadsheer De Moor als voorzitter, samen met de raadsheren Van Vliet en Lourens, en in het openbaar uitgesproken.