ECLI:NL:HR:1999:AA2828
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Stoffer
- J. Zuurmond
- M. Fleers
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen aanslag in het recht van successie
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X, die in beroep is gegaan tegen een uitspraak van het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage. De zaak betreft een aanslag in het recht van successie die aan X is opgelegd naar aanleiding van een verkrijging uit de nalatenschap van Y, die op 21 mei 1991 is overleden. De aanslag, die betrekking heeft op een verkrijging van f 211.719,--, werd na bezwaar door de Inspecteur gehandhaafd. X heeft vervolgens beroep ingesteld bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur heeft bevestigd.
Na de uitspraak van het Hof heeft X beroep in cassatie ingesteld, waarbij verschillende klachten zijn aangevoerd. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop een vertoogschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 101a van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat stelt dat geen nadere motivering vereist is wanneer de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten in overweging genomen en geoordeeld dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van X verworpen. Dit arrest is op 3 februari 1999 vastgesteld door vice-president A. Stoffer als voorzitter, en de raadsheren J. Zuurmond en M. Fleers, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier De Bruin, en op die datum in het openbaar uitgesproken.