ECLI:NL:HR:1999:AA2798

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 juni 1999
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
34629
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Rechters
  • A. Stoffer
  • J. Pos
  • M. Monné
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie inzake aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende X tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 juni 1998. De zaak betreft de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1994, waarbij aan belanghebbende een aanslag is opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 122.533,--. Na bezwaar tegen deze aanslag heeft de Inspecteur de aanslag gehandhaafd, waarop belanghebbende in beroep is gegaan bij het Hof. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur bevestigd, wat heeft geleid tot het cassatieberoep.

In het cassatiegeding heeft belanghebbende zijn bezwaren tegen de uitspraak van het Hof uiteengezet. De Staatssecretaris van Financiën heeft hierop een vertoogschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de middelen van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat het Hof op goede gronden een juiste beslissing heeft gegeven. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen falen en dat er geen termen aanwezig zijn voor een veroordeling in de proceskosten, zoals bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen. Dit arrest is op 23 juni 1999 vastgesteld door vice-president A. Stoffer als voorzitter, samen met de raadsheren J. Pos en M. Monné, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de waarnemend griffier de Bruin.

Uitspraak

gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 juni 1998 betreffende de hem voor het jaar 1994 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is voor het jaar 1994 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van f 122.533,--, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd. Belanghebbende is van de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak bevestigd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend.
3. Beoordeling van de middelen Het Hof heeft op goede gronden een juiste beslissing gegeven. De middelen falen derhalve.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 23 juni 1999 vastgesteld door de vice-president Stoffer als voorzitter, en de raadsheren Pos en Monné, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier de Bruin, en op die datum in het openbaar uitgesproken.